Opbouw van een trap
Een trap bestaat uit meerdere delen, namelijk: treden, stootborden, trapbomen, hoofdbaluster, balusters en een handgreep.
De treden: de trede is het gedeelte waar je je voeten opzet bij het belopen van een trap. De maat tussen bovenkant trede tot de opeenvolgende trede bovenkant noemen we de optrede. De breedte van een trede heet de aantrede.
Het stootbord: het stootbord is het verticale gedeelte van de trap die je tussen 2 treden kunt zien. Is dit er niet dan praten we over een open trap.
De trapbomen: de trapbomen zijn de schuin lopende gedeeltes waar de treden en stootborden tussen zijn bevestigd.
De hoofdbaluster: de hoofdbaluster, ook wel trappaal genoemd staat meestal aan het begin en eind van elke trap. De hoofdbalusters houden de leuning en de balustrade vast en bieden stevigheid.
Balusters: balusters worden ook spijlen genoemd. Deze dienen als vulling van een balustrade en ze zorgen ervoor dat de handgreep omhoog te houden. De handgreep en de balusters vormen samen de balustrade. De balustrade's functie is valbeveiliging.
De handgreep: de handgreep of leuning is de balk die de trap volgt naar boven aan de muur of bovenop de balusters en tussen de hoofdbalusters.